Wat is de structuur van de gewone schroef?
Conventionele drietrapsschroeven met volledige schroefdraad kunnen in drie vormen worden verdeeld, afhankelijk van hun draadlift- en groefdiepteveranderingen:
(1) Isometrische verdiepingsschroef
De snelheid van de isotrope verdiepingsschroef vanaf de diepte van de groef kan in twee vormen worden verdeeld:
1 isometrische gradiëntschroef: de diepte van de laatste groef vanaf het begin van het invoergedeelte tot het homogenisatiegedeelte is een geleidelijk ondiepere schroef. Op het langere smeltgedeelte wordt de groefdiepte geleidelijk ondieper.
2 Isometrische abrupte schroef: de schroef waarvan de diepte van de groef van het toevoergedeelte en het homogenisatiegedeelte onveranderd is, en de diepte van de groef bij het smeltgedeelte wordt plotseling ondiep.
(2) Isometrische schroef met variabele spoed
De schroef met variabele spoed met iso-diepte betekent dat de diepte van de groef constant is en dat de spoed smal is vanaf de breedte van de eerste groef van de toevoersectie tot het einde van de homogenisatiesectie.
De kenmerken van de schroef met constante diepte zijn dat het dwarsdoorsnedeoppervlak van de schroef op de positie van de voedingspoort groot is vanwege de diepte van de schroefgroef, en dat de sterkte voldoende is om de rotatiesnelheid te verhogen, waardoor de productiviteit wordt verbeterd. De schroefverwerking is echter moeilijk, de stroomsnelheid van de smelt is groot, de homogenisatie is slecht en wordt minder gebruikt.
(3) Verdieping van de schroef met variabele spoed
De schroef met variabele diepte en variabele spoed betekent dat de diepte van de groef en de hoek van de draad geleidelijk worden veranderd vanaf het begin van het invoergedeelte tot het einde van de homogenisatie, dat wil zeggen de schroef waarvan de tapsheid geleidelijk wordt versmald ten opzichte van de breedte en de diepte van de groef wordt geleidelijk ondieper. De schroef heeft de kenmerken van de eerste twee soorten schroeven, maar de bewerking is moeilijk en minder gebruikt.