De ontluchtende extruder verschilt qua ontwerp en functie behoorlijk van de niet-ontluchtende extruder. De ontluchtingsextruder heeft een of meer openingen (ventilatieopeningen) in zijn cilinder waaruit vluchtige stoffen kunnen ontsnappen. dus. De ontluchtende extruder verwijdert continu vluchtige stoffen uit het polymeer. Deze ontluchting voegt een functie toe die niet beschikbaar is bij niet-ontluchtende extruders. Naast het afvoeren van vluchtige stoffen kunnen bepaalde componenten, zoals additieven, vulstoffen, reactieve componenten en dergelijke, met behulp van een ventilatieopening aan het polymeer worden toegevoegd. Dit vergroot duidelijk de veelzijdigheid van de ontluchtingsextruder en heeft het extra voordeel dat de extruder wordt ontlucht als een conventionele niet-uitlaatpersing, zolang de ontluchtingsopening geblokkeerd is en de schroefgeometrie waar mogelijk wordt veranderd. Uit het vliegtuig.
Figuur 1.2 Basisstructuur van de uitlaatextruder
Het ontwerp van de schroef is van cruciaal belang voor de goede werking van de ontluchtingsextruder. Een van de belangrijkste problemen waarmee de uitlaatextruder te kampen heeft, is de overloop van de ventilatieopening. In dit geval komen niet alleen de vluchtige stoffen vrij via de ontluchting, maar stroomt er ook een bepaalde hoeveelheid polymeer naar buiten. De extruderschroef moet dus zo worden ontworpen dat er geen positieve druk in het polymeer onder de ontluchting (uitlaatsectie) ontstaat, wat leidt tot de ontwikkeling van secundaire extrusieschroeven, vooral voor ontluchtingsextruders. Secundaire extrusieschroef. De secundaire extrusieschroef heeft twee compressiesecties, gescheiden door een drukontlastings-/uitlaatsectie. Deze bestaat uit twee op elkaar lijkende eentraps extrusieschroeven die in serie langs één as zijn geschakeld.