1 Controleer de tractiesnelheid en controleer de filmdikte.
2 Let op de uniformiteit van de dikte van de aanpassingsfilm en de vouwdiameter voldoet aan de standaard.
3 Controleer de druk van de luchtopslagcilinder, niet te hoog, maar er moet reservedruk zijn.
4 Controleer en controleer de grondstofverhouding en meng goed.
5 Controleer de grondstoffen op onzuiverheden, vooral op tijd, controleer de strijkijzers met magneten.
6 Controleer de smering van de versnellingsbak en de cilinder van de luchtcompressor.
7 Controleer regelmatig de temperatuurstijging en mechanische overbrenging van elke draaiende motor.